• Alles over het oude Rotterdam
  • verhalen herinneringen oude foto,s
  • tot 1960
Rating: 0 sterren
0 stemmen

foto album roteb

Roteb

was een dienstverlenend bedrijf van de gemeente Rotterdam. Het bedrijf werd in de 19e eeuw opgericht als Rotterdamsche reinigingsdienst. De naam Roteb ontstond in 1955 als afkorting van Reiniging, Ontsmetting, Transport en Brandweer (later: Bedrijfswerkplaatsen)

Geschiedenis

Het bedrijf werd in 1876 opgericht als gemeentelijke dienst onder de naam Rotterdamsche reinigingsdienst. De eerste verbrandingsoven voor afval werd in 1912 gebouwd aan de Brielselaan in Rotterdam-Zuid. (De installatie, op Zuid bekend als de vuilverbranding, werd in 1996 gemoderniseerd en in 2010 buiten gebruik gesteld.) Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst in 1926 werd een boekje uitgebracht, geschreven door de toenmalige directeur dr. ir. M.F. de Bruijne.

Door het toevoegen van de gemeentelijke brandweer, eerder onderdeel van de Gemeentelijke Vervoer- en Motordienst, werd in 1955 de Roteb gevormd. Per 1 januari 1972 kwam de brandweer daarvan los te staan, en kreeg de toenmalige commandant van de Roteb de functie van directeur.[3] De B van Roteb kreeg de betekenis van bedrijfswerkplaatsen.

Roteb had sinds begin jaren 90 kringloopwinkels onder de naam Piekfijn, deze zijn later afgestoten naar de particuliere sector.

Vanaf 2004 kende de Roteb naast Roteb Reiniging een WSW-bedrijf: Robedrijf. Dat liet ook werkzaamheden uitvoeren door mensen die door psychische, lichamelijke of verstandelijke beperkingen alleen kunnen werken onder aangepaste omstandigheden. Daarvoor kende dit onderdeel van de Roteb tientallen soorten werk, waaronder value-added handling (in,- om,- en verpakken), eenvoudige assemblage, scannen, postverwerking, transport, groen,- en grijsvoorziening, schoonmaak en catering, zowel voor een van de Robedrijf-locaties als op de locatie van een opdrachtgever 'buiten de deur'.

In de laatste jaren van het bedrijf bestond alleen nog Roteb Lease, dat bijzondere voertuigen leasete, repareerde, onderhield en beheerde in de regio Rotterdam en daarbuiten. Niet alleen specialistische voertuigen zoals bijvoorbeeld reinigingsvoertuigen, hoogwerkers, brandweervoertuigen en ambulances, maar ook bestel- en personenwagens. Deze rol is overgenomen door de dienst Vervoer & Materieel van de gemeente.

De bedrijfsonderdelen Afvalverbrandingsinrichting, Vaartuigendienst, Containerservice en de KCA-afdeling zijn in 1998 overgegaan naar het Afval Verwerkingsbedrijf Rijnmond (AVR) in Rozenburg.

Er werkten ongeveer 5.000 mensen bij de Roteb en daarnaast waren er veel mensen via Work First en met loonkostensubsidie bij het bedrijf werkzaam.


ROTTERDAMSE DIERGAARDE

WELKOM


Rotterdam fijne stad om te werken en te wonen



1855-1940

rdamse binnenstad, bij de Kruiskade, een tuin ingericht voor fazanten en watervogels. De vogeltuin was eigendom van de spoorwegbeambten F. van der Valk en G.M. van den Bergh. Het werd een succes en op 18 mei 1857 werd als vervolg de Rotterdamsche Diergaarde geopend. De eerste directeur was de dompteur Henri Martin. Het zelfde jaar werd de 'Vereniging Rotterdamsche Diergaarde' opgericht. Alleen leden van de vereniging, vooraanstaande burgers, mochten de dierentuin bezoeken. Later mochten Rotterdamse niet-leden gedurende enkele dagen in augustus eveneens de diergaarde in, maar wel via een aparte ingang. De dierexpositie was gedurende de eerste halve eeuw van zijn bestaan een groot succes en groeide meer en meer. Vooral de opvolger van Martin, de dierkundige A. A. van Bemmelen richtte vanaf zijn benoeming in 1866 de dierentuin in met ruime verblijven die er min of meer natuurlijk uitzagen. In plaats van kooien met tralies liet hij ruimten aanleggen waarin de dieren vrij konden bewegen. Beroemd werd de kunstmatige rotspartij met onder andere jaks en moeflons en een volière van 50 bij 24 bij 9 meter met steltlopers, reigers en gieren. Hij voerde ook een goed personeelsbeleid en stichtte een pensioenfonds voor het personeel. Hij bleef directeur tot aan zijn overlijden in 1897.

In 1924 raakte de dierentuin in financiële problemen. De negentiende-eeuwse wijze van dieren tentoonstellen raakte met de komst van de Hagenbeckstijl uit de mode, en met het drukker wordende verkeer had de gemeente de locatie op het oog om een weg aan te leggen tussen het Hofplein en Spangen, Tussendijken en Blijdorp. Ook werd de grond van de binnenstad veel te duur. De dierentuin probeerde het tij te keren door lidmaatschap goedkoper te maken, tentoonstellingen en kermissen te organiseren op het terrein en verlichting aan te brengen, zodat de dierentuin ook 's avonds te bezoeken was.

In 1932 werd er besloten om de dierentuin te reorganiseren. Eerst werd er besloten om vaker niet-leden toe te laten en het lidmaatschap aantrekkelijker te maken, maar het mocht niet baten. In 1937 werd er besloten om de dierentuin te verhuizen naar een nieuwe locatie. De dierentuin ruilde grond met de gemeente: de gemeente kreeg een deel van de oude diergaarde gratis, de rest moesten ze betalen. In ruil daarvoor werd de dierentuin eigenaar van twee derde van een nieuwe 13 hectare grote locatie in de wijk Blijdorp, terwijl over een derde van de nieuwe locatie pacht van één gulden moest worden betaald. Met financiële hulp van de Stichting Volkskracht werd een nieuwe dierentuin gefinancierd. De Volkskracht stelde echter een voorwaarde: voortaan moest de dierentuin voor iedereen toegankelijk zijn. Op 26 oktober 1938 werd de Vereniging opgeheven, en de Stichting Rotterdamsche Diergaarde opgericht.

Foto-Album


ROTTERDAMSE VLIEGVELD WAALHAVEN


Het vliegveld Waalhaven was een Rotterdams vliegveld, dat heeft bestaan van 1920 tot in de Tweede Wereldoorlog.

Waalhaven werd op 26 juli 1920 geopend. Het was aangelegd in de deelgemeente Charlois, op de eerste grond die vrijkwam bij het graven van de Waalhaven en die werd geborgen in het zuidelijke deel van de verder tot haven te vergraven en ontwikkelen polders Robbenoord en Plompert.

In het begin bestond het vliegveld uit een opgespoten terrein zonder verharde banen. In deze beginperiode werden lijndiensten onderhouden door omgebouwde militaire vliegtuigen. Het eerste Nederlandse luchtvrachtvervoer vond ook vanaf dit vliegveld plaats, in juni 1924. In de jaren dertig was het vliegveld een belangrijk knooppunt voor het verkeer van en naar Londen en Parijs. Het vliegveld trok ook veel dagjesmensen, die vanaf 1931 door Spido werden vervoerd.

Op Waalhaven was de Nationale Vliegtuig Industrie gevestigd, en later de Vliegtuigenfabriek Koolhoven. Tot hun verhuizing in 1936 naar vliegveld Ypenburg was het ook de basis van de Rotterdamsche Aero Club en de door deze club gestichte Nationale Luchtvaartschool. Vanaf 10 november 1939 was Waalhaven de thuisbasis van de 3e jachtvliegafdeeling (JaVA) van het Wapen der Militaire Luchtvaart, die met Fokker G.I's vloog.

Op 10 mei 1940 werd het vliegveld grotendeels uitgeschakeld. Een Luftwaffe bombardement in de vroegste uren van de Duitse inval vernietigde het grootste deel van de gebouwen. Het werd gevolgd door een Duitse parachutisten- en luchtlanding die de Nederlandse verdediging spoedig oprolde. Nadien maakten Nederlandse en Britse bombardementen het vliegveld nagenoeg onbruikbaar voor de Duitsers, hoewel het nog tot en met 12 mei sporadisch kon worden gebruikt voor landingen. Het vliegveld is na de oorlog niet opnieuw opgebouwd en het gebied werd spoedig na de oorlog tot het bedrijventerrein Waalhaven-Zuid ontwikkeld.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.